Aantal vrouwen met mondkanker toegenomen
17 oktober 2012 - Maandag 29 oktober 20120 promoveert Manon Weijers aan de VU te Amsterdam.
Zij vergeleek twee patiëntengroepen met mondkanker met elkaar in de periode 1990-1994 en 2000-2004. Haar belangrijkste ontdekking is dat het aantal vrouwen met mondkanker in die perioden relatief is toegenomen. De gemiddelde leeftijd van de patiënten is gelijk gebleven. In beide groepen kwam mondkanker vooral voor op de tong en de mondbodem. In de patiëntengroep uit 2000-2004 zaten relatief meer patiënten die - op het moment van de diagnose - een kleine tumor hadden. Het is onduidelijk of deze bevinding ook leidt tot betere overlevingskansen.
Nadat de chirurg een tumor verwijdert, onderzoekt de patholoog deze onder de microscoop. Deze kijkt onder andere of de snijranden vrij zijn van kankercellen. Ook wordt er gekeken of er dysplasie (een mogelijk voorstadium van kanker) in de slijmvliesranden aanwezig is. Patiënten met zelfs milde en matige dysplasie, in het slijmvlies rond de tumor, hebben - na het verwijderen van de tumor - een grotere kans dat de tumor terugkeert dan patiënten met slijmvliessnijranden zonder dysplasie, zo stelt Weijers in haar promotieonderzoek.
Weijers onderzocht onder de microscoop opnieuw het tumorweefsel van patiënten met tong- of mondbodemkanker. Dit waren patiënten met tumorvrije snijranden die daarna nog minimaal vijf jaar regelmatig voor controle terugkwamen. Weijers adviseert artsen daarom patiënten met milde en matige dysplasie in de snijranden aanvullend te behandelen. Dit gebeurt nu alleen nog maar bij ernstige dysplasie.
Hoofd-halskanker is de zevende meest voorkomende kanker wereldwijd. Alleen al voor mondkanker zijn er in het jaar 2000 wereldwijd rond de 250.000 nieuwe gevallen bij gekomen.
Zij vergeleek twee patiëntengroepen met mondkanker met elkaar in de periode 1990-1994 en 2000-2004. Haar belangrijkste ontdekking is dat het aantal vrouwen met mondkanker in die perioden relatief is toegenomen. De gemiddelde leeftijd van de patiënten is gelijk gebleven. In beide groepen kwam mondkanker vooral voor op de tong en de mondbodem. In de patiëntengroep uit 2000-2004 zaten relatief meer patiënten die - op het moment van de diagnose - een kleine tumor hadden. Het is onduidelijk of deze bevinding ook leidt tot betere overlevingskansen.
Nadat de chirurg een tumor verwijdert, onderzoekt de patholoog deze onder de microscoop. Deze kijkt onder andere of de snijranden vrij zijn van kankercellen. Ook wordt er gekeken of er dysplasie (een mogelijk voorstadium van kanker) in de slijmvliesranden aanwezig is. Patiënten met zelfs milde en matige dysplasie, in het slijmvlies rond de tumor, hebben - na het verwijderen van de tumor - een grotere kans dat de tumor terugkeert dan patiënten met slijmvliessnijranden zonder dysplasie, zo stelt Weijers in haar promotieonderzoek.
Weijers onderzocht onder de microscoop opnieuw het tumorweefsel van patiënten met tong- of mondbodemkanker. Dit waren patiënten met tumorvrije snijranden die daarna nog minimaal vijf jaar regelmatig voor controle terugkwamen. Weijers adviseert artsen daarom patiënten met milde en matige dysplasie in de snijranden aanvullend te behandelen. Dit gebeurt nu alleen nog maar bij ernstige dysplasie.
Hoofd-halskanker is de zevende meest voorkomende kanker wereldwijd. Alleen al voor mondkanker zijn er in het jaar 2000 wereldwijd rond de 250.000 nieuwe gevallen bij gekomen.
Lees meer uit het TTM-archief. Selecteer een categorie.
Kunt u niet vinden wat u zoekt? Gebruik de zoekmachine.
Kunt u niet vinden wat u zoekt? Gebruik de zoekmachine.
Nummer 181
oktober/november 2024
oktober/november 2024
In dit nummer
Verspreiding in november 2024.
Heeft u nieuws voor het volgende nummer of een interessante casus? Neem dan contact op met de redactie.